De Poolse politiek in een notendop

De Poolse politiek in een notendop

De verkiezingswinst van Donald Tusk, afgelopen najaar, was voor politiek Polen een unicum. Nooit eerder mocht van het Poolse volk een coalitie blijven regeren in het postcommunistisch tijdperk. Polen kende een krachtige slingerbeweging in haar politiek landschap:  grote zetelwinsten in de Sejm die dan bij de volgende verkiezingen weer volledig verdampten. De Poolse politiek lijkt stabieler geworden. Een terugblik op een voor buitenstaanders soms moeilijk te volgen, roerige, parlementaire geschiedenis.

 

 

 

 

 

Het verhaal van de Poolse politiek laat zich niet rechtlijnig of eenduidig uitleggen. Er zijn heel wat historische lijnen in de geschiedenis aan te wijzen en heel wat verwantschappen tussen opkomende en weer verdwenen politieke Poolse stromingen. Ik waag in dit artikel een poging het begrijpelijk te maken voor Nederlanders. Wie dacht dat het Nederlandse electoraat wispelturig was, moet zich eens verdiepen in de Poolse politiek:

1. Na het communisme

Na een halve eeuw communistische overheersing mocht Polen in 1989 voor het eerst naar de stembus. De beweging Solidarnosc van Lech Walesa scoorde hoog. De Komitet Obywatelski Solidarnosc (KOS) werd leidend in de Poolse politiek, Lech Walesa was Polen’s eerste president na de omwenteling, in 1990. Tadeusz Mazowiecki was de eerste democratisch gekozen minister-president.

Later bleek dat de stem voor Solidarnosc vooral een stem tegen het communisme was. De Poolse democratie moest zich nog ontwikkelen. De Poolse politiek beleefde roerige tijden in de transitie van communistisch land naar de wetten van de vrije markt economie.

De nieuwe Sojusz Lewicy Demekratycjne (SLD) en de Socjal Demokracja Rzeczpospolitej Polskiej (SdRP) ontstonden uit de oude Polska Zjednoczona Partia Robotnicza (PZPR), de communistische partij. Aleksander Kwasniewski was uit de PZPR afkomstig en werd als oud-communist president van Polen van 1995-2005. In 1999 ging de SdRP weer op in de SLD.

Vanuit Solidarnosc ontstonden ook nieuwe democratische bewegingen zoals Unia Demokratycznja en later Unia Wolności, de Partia Demokracjnia in 2005. In 2006 was er in de aanloop naar de verkiezingen van 2007 het centrumlinkse samenwerkingsverband Lewica i Demokraci (LiD) waarin  tegenwicht werd geboden aan PiS en PO, maar in 2008 werd deze gelegenheidscombinatie na onenigheid weer ontbonden. De rol van de communisten is in het huidige politieke landschap gemarginaliseerd. De SLD leed bij de afgelopen verkiezingen een gevoelig verlies. Zij leverden aanzienlijk in ten opzichte van 2007, een teruggang van 13,1 % naar 8.3 %; SLD-lijsttrekker Grzegorz Napieralski legde zijn partijleiderschap neer.

2. De politieke slingerbeweging

De Poolse politiek wordt gekenmerkt door een slingerbeweging: De SLD won de verkiezingen van 1993, in 1997 werden de voormalige communisten door de kiezer echter weer keihard afgestraft. De Poolse kiezer bewoog zich heen en weer tussen liberaal en links waarin ‘conservatief’ de terugkerende constante was. De in 1996 opgerichte liberaal-conservatieve politieke beweging Akcja Wyborcza Solidarnosc (AWS) was uiterst succesvol in 1997, bij de parlementsverkiezingen behaalde deze uit dertig groeperingen samengesmede partij de verkiezingswinst met uiteindelijk 201 zetels in de 460 zetels tellende Sejm. Jerzy Buzek werd premier, vandaag de dag is hij overigens lid van de partij van Tusk, PO.

In 2001 sloeg de politieke Poolse slingerbeweging weer uit in het voordeel van de linkse alliantie. De gewone Poolse burger had van de AWS alweer schoon genoeg. De SLD won in 2001 met maarliefst 41 % van het electoraat achter zich.

 3. Opkomst en ondergang van de eurosceptici

Tegelijkertijd waren de verkiezingen in 2001 die van de opkomst van de Poolse eurosceptici. Samoobrona Rzeczpostpolitej Polskiej (SPR) van de in 2011 overleden Andrzej Lepper behaalde een goed resultaat met 10,2 % van de stemmen, ook de Liga Polskich Rodzin kwam op met 7,9 %. De Poolse populisten aan de flanken van de politiek rukten op. De euroscepsis bereikte een hoogtepunt in 2005. Lech Kaczinski, oorspronkelijk afkomstig uit de Solidarnosc-beweging, won de presidentsverkiezingen. Broer Jaroslaw werd een jaar later premier van het land nadat PiS de parlementsverkiezingen binnensleepte. De centrumrechtse partij Platforma Obywatelska van Donald Tusk was weliswaar aan een opmars begonnen (12,7 % in 2001, 24,1 % in 2005) maar bleef nog in de wachtkamer totdat de coalitie van Jaroslaw Kaczinski in 2007 moest stoppen. De vervroegde verkiezingen van 2007 waren een reactie op de twee jaar eerder ingeslagen, meer conservatieve, koers. De politieke slinger sloeg nu weer uit richting de neoliberalen. Tusk won de verkiezingen met meer dan 40 % van de stemmen. De coalitiepartners van Kaczinski, de LPR en SPR verdwenen zelfs volledig van het toneel omdat zij de kiesdrempel niet wisten te halen. Tusk ging regeren met de Boerenpartij, PSL: Polskie Stronnictwo Ludowe. Een partij met wortels in het verleden en een vrij constante aanhang in de postcommunistische jaren (15 % in 1993, 9.0 % in 2001, 8.9 % in 2007) die vooral opkomt voor de belangen van agrariërs. De eurosceptici hebben definitief verloren. Premier Tusk is juist een ferm en uitgesproken voorstander van een sterke EU.

 4. De politieke toekomst: ruimte voor veranderingen

Premier Tusk mag doorgaan met zijn neoliberale beleid. Er lijkt daarmee meer stabiliteit te zijn gearriveerd in de Poolse politiek. Het Burgerplatform (Platforma Obytawelska) van premier Donald Tusk is de stabiele factor in de Poolse politiek anno 2011. PO levert zowel de president (Bronislaw Komorowski) als de premier (Donald Tusk)

De PO ontstond voor de verkiezingen van 2001 uit een samenwerking van Andrzej Olechowski,  Maciej Płażyński en Donald Tusk. Maciej Płażyński in 1980/1981 leider van de studentenbeweging Solidarnosc, Andrzej Olechowski oud-minister (1992-1995) en Donald Tusk -die zijn politieke carrière ooit begon als student politicologie en leidende figuur in de onafhankelijke studentenbeweging van Gdansk- stonden samen aan de basis van PO.

De PO kenmerkt zich door een liberaal-economische koers en conservatisme op ethisch gebied. Zo is de partij tegen abortus, euthanasie, het homo-huwelijk en legalisatie van soft drugs. De privatisering van publieke sectoren behoort tot de belangrijkste doelstellingen van het partijprogramma van de PO.

Nieuwkomer Ruch Palikota van wodkabaas Janusz Palikota geeft aan dat er nog steeds beweging zit in het politiek discours van Polen. Ditmaal voor het progressieve geluid. Anti-kerkelijk, voorstander van homorechten, abortus en legale marihuana, om maar eens wat te noemen. Ruch Palikota werd in mum van tijd de derde partij van Polen, nadat hij zich medio 2010 uit de PO splitste. Het politiek geluid in Polen wordt daarmee diverser. De keuze van de Polen is pro-Europees, licht conservatief met Tusk als winnaar. Daarmee lijkt er na vele roerige jaren toch wat rust te komen. De vraag is echter, voor hoe lang?

Dit artikel verscheen eerder in Biuletyn 4, 2011


 

 

 

 

Dit bericht werd geplaatst in Biuletyn. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie